Kortrijks stationsgebouw toch niet afbreken?

In de laatste bijdrage van Erfgoed, het tijdschrift van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA) staat een pleidooi om nog eens na te denken over de sloop van het Kortrijkse complex. “Het stationsgebouw verkeert nog in goede bouwfysische conditie. De afbraak en heropbouw van een gloednieuw station zadelt ons op met een torenhoge energiefactuur, om van het financiële nog te zwijgen”, zegt Hannes Pieters, erfgoedconsulent bouwkundig erfgoed bij het agentschap Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen.

In Mechelen is de sloop van het stationsgebouw gestart. Het is een voorbode van wat er in Kortrijk staat te gebeuren. Mechelen was volgens de NMBS niet meer aangepast aan de moderne noden. Reizigers en gebruikers verlangen meer comfort in een stationsgebouw. Het Mechelse gebouw is met 1959 als bouwjaar nog relatief jong. Maar onbeschermd maakte het gebouw geen kans. Met uitzondering van de mozaïeken misschien, die worden gerecupereerd. Het is een beetje hetzelfde verhaal als Kortrijk dat ook op de slooplijst staat van de NMBS. Al is er nog steeds geen concreet idee wat er nu precies in de plaats zal komen.

Werf van de eeuw

In 2015 sloten de stad Kortrijk, de NMBS en Infrabel een akkoord voor de werf van de eeuw in de binnenstad. Aanvankelijk zou een zwevend stationsgebouw de kroon op het werk worden van een gloednieuwe stationsomgeving. Maar het ontwerp werd afgevoerd uit besparingsoverwegingen afgevoerd. Een vereenvoudigd, aangepast ontwerp zou in de herfst van 2021 vrijgegeven worden. Maar sindsdien is het beklijvend stil. Het geeft ons tijd om even stil te staan bij de argumenten van Erfgoed. En misschien is er nu een momentum om te redden wat er nog te redden valt. Een petitie voor het behoud van het historisch en architecturaal waardevol gebouw in Kortrijk leverde al behoorlijk wat stemmen op. Bij een deel van de bevolking is er dus een draagvlak voor het behoud.

Internationale stijl

Maar er is meer.  Het station van Kortrijk  is één van de weinige spoorweggebouwen dat dateert uit de periode van de wederopbouw, kort na de Tweede Wereldoorlog. Op 7 juli 1956 vond de officiële inhuldiging plaats. “De Kortrijkse architect Pierre Albert Pauwels koos niet alleen voor een modernistische vormentaal. Hij koppelde ook de internationale stijl aan klassieke monumentaliteit. Het is een unieke combinatie in de naoorlogse architectuur in België. De cultuurhistorische waarde valt dus niet te onderschatten”, zegt Hannes Pieters. Het frisse interieur is een voorbeeld van de typische jaren vijftig stijl. Een ruime centrale reizigershal, geïntegreerde kunst met onder meer een waardevol bas-reliëf van beeldhouwer Maurits Witdouck en een kunstwerk van de  Brugse keramist Rogier Vandeweghe dat de rivier de Leie voorstelt en hulde brengt aan de Kortrijkse nijverheden.

Nieuw gebouw onverantwoord qua duurzaamheid

Op dit moment is het gebouw door de ligging al een baken in de stad. Een nieuw gebouw zal hier niet veel aan veranderen. Het gebouw vormt een mooi eindpunt van de straten die uitmonden op het Stationsplein én is een oriëntatiepunt voor reizigers. “Een belangrijk aspect is ook de duurzaamheid van het gebouw. “Vanuit die hoek valt de energie die besteed wordt aan de afbraak én de opbouw van een gloednieuw gebouw, niet te verantwoorden”, vindt Hannes Pieters. “Terwijl een renovatie met enkele nodige aanpassingen en ingrepen het gebouw al klaar kan maken voor de komende eeuw.”

Eerste ontwerp geschrapt

Niemand ontkent het belang van het 70 jaar oude gebouw, maar toch wil de NMBS het gebouw afbreken. “De bouwplannen zijn uitgeschreven net als de principes waaraan het nieuwe gebouw moet voldoen”, zegt woordvoerder Bart Crols. “Het ontwerp van het zwevend stationsgebouw is geschrapt. Maar het principe van een doorgang onder het nieuwe stationsgebouw door, blijft behouden. Het principe dat de achterliggende perrons gemakkelijk bereikbaar zijn, blijft overeind. Alles staat op papier, maar we hebben nog geen visuals of een effectief ontwerp. Daar wordt op dit wel aan gewerkt. Binnenkort komt er een definitief ontwerp.”

Dat het huidige gebouw niet meer past in een moderne transport’hub’ staat voor Crols vast. Het station is geen eindpunt, maar ligt centraal in de stad. Een onderdoorgang onder het gebouw is dus cruciaal.  “Het oude gebouw kan alle mobiliteitsmodi ook moeilijk doen samenkomen. En de werken aan de stationsomgeving zijn al flink gevorderd. Mét de bedoeling om alle mobiliteitsmodi zo goed mogelijk te integreren in het nieuwe stationscomplex.” (BDW)

De laatste uren van het stationsgebouw lijken te lopen, ondanks het pleidooi van het tijdschrift Erfgoed. Industrie en Techniek.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *